1 Koningen 22:26

SVDe koning van Israel nu zeide: Neem Micha, en breng hem weder tot Amon, den overste der stad, en tot Joas, den zoon des konings;
WLCוַיֹּ֙אמֶר֙ מֶ֣לֶךְ יִשְׂרָאֵ֔ל קַ֚ח אֶת־מִיכָ֔יְהוּ וַהֲשִׁיבֵ֖הוּ אֶל־אָמֹ֣ן שַׂר־הָעִ֑יר וְאֶל־יֹואָ֖שׁ בֶּן־הַמֶּֽלֶךְ׃
Trans.wayyō’mer meleḵə yiśərā’ēl qaḥ ’eṯ-mîḵāyəhû wahăšîḇēhû ’el-’āmōn śar-hā‘îr wə’el-ywō’āš ben-hammeleḵə:

Algemeen

Zie ook: Israël (koninkrijk), Joas, Micha (profeet 2)

Aantekeningen

De koning van Israel nu zeide: Neem Micha, en breng hem weder tot Amon, den overste der stad, en tot Joas, den zoon des konings;


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וַ

-

יֹּ֙אמֶר֙

nu zeide

מֶ֣לֶךְ

De koning

יִשְׂרָאֵ֔ל

van Israël

קַ֚ח

Neem

אֶת־

-

מִיכָ֔יְהוּ

Micha

וַ

-

הֲשִׁיבֵ֖הוּ

en breng hem weder

אֶל־

tot

אָמֹ֣ן

Amon

שַׂר־

den overste

הָ

-

עִ֑יר

der stad

וְ

-

אֶל־

en tot

יוֹאָ֖שׁ

Joas

בֶּן־

den zoon

הַ

-

מֶּֽלֶךְ

des konings


De koning van Israel nu zeide: Neem Micha, en breng hem weder tot Amon, den overste der stad, en tot Joas, den zoon des konings;

____

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!